Begrippen:Nieren

3.1 Veel voorkomende ziekten

Stoornis = een afwijking in je lichaam of geest of het functioneren ervan.

Beperking = een verminderd functioneren door de gevolgen van een ziekte of aandoening.

Acute ziekte = een ziekte die plotseling en onverwacht aanwezig is en ook weer snel verdwijnt. 

Chronische ziekte = een ziekte die geleidelijk ontstaat en langdurige klachten veroorzaakt.

 3.2 Acute ziektebeelden

Verkoudheid = een veel voorkomende acute ziekte die je herkent aan hoofdpijn, loopneus en een zere keel.

Griep = een acute ziekte die naast verkoudheid ook koorts en spierpijn geeft.

Allergie = een overgevoelige reactie van het lichaam. roodheid, zwelling, pijn en jeuk zijn veel voorkomende symptomen.

Allergeen = de stof of prikkel die de overgevoelige reactie veroorzaakt. stuifmeel, chemische stoffen in medicijnen of voeding zijn voorbeelden van allergenen.

Cerebraal vasculair accident (CVA) = een veel voorkomende neurologische aandoening. het betekend letterlijk ongeluk in de hersenen: bloeding of stolsels in bloedvaten.

Herseninfectie = een veel voorkomend voorbeeld van CVA. Dan wordt de doorbloeding van een bloedvat in de hersenen voor kortere of langere tijd onderbroken door een bloedstolsel.

Hersenbloeding = ook een voorbeeld van een CVA. Dan barst een bloedvat en raken de hersenen beschadigd door het bloed dat op plaatsen komt waar het niet thuis hoort.

Nieren = vervullen een belangrijke functie bij het uitscheiden van afvalstoffen van het lichaam.

Nierdialyse = bij slecht functionerende nieren kan je je bloed laten spoelen dit noem je een nierdialyse.

Blaasontsteking = een ontsteking van de blaaswand. dit word veroorzaakt door een bacterie die via de urinebuis in de blaas komt en vervolgens de blaas infecteert.

3.3 Chronische ziektebeelden

Motorische aandoening = een aandoening aan het bewegingsapparaat, zoals gewrichten, kraakbeen, pezen of spieren. 

Reuma = een chronische aandoening van de gewrichten en komt in Nederland bij ongeveer 2 miljoen mensen voor.

Acute artritis = een acute gewrichtsontsteking.

Artrose = een vorm van reuma, waarbij je steeds minder kraakbeen hebt.

Osteoporose = een aandoening waarbij botten ontkalken en daardoor broos worden.

Spieratrofie = spieren nemen in volume as en worden zwakker.

Spasme = een ongecontroleerde samentrekking van spieren.

Amputatie = het verwijderen van ledematen door een operatie. 

Blindheid = een zintuiglijke aandoening die aangeboren kan zijn maar ook later kan ontstaan. je bent blind als je minder dan 30 % kan zien.

Doofheid = niks meer kunnen horen dit kan aangeboren zijn of later ontstaan.

Neurologische aandoening = een aandoening van het zenuwstelsel, bijvoorbeeld van de hersenen, het ruggenmerg en overige zenuwbanden die door heel je lichaam lopen.

Spina bifida = word ook wel een open rug genoemd, is een aandoening van het ruggenmerg.

Ruggenmerg = ligt in de wervelkolom, het begint bij de eerste halswervel en eindigt bij de eerste of tweede ledenwervel.

Waterhoofd = het hoofd is dan groot in verhouding tot de rest van het lichaam.

Multiple sclerose (MS) = een aandoening van het centraal zenuwstelsel (hersenen, oogzenuwen, ruggenmerg). je krijgt dan ontstekingen in het omhulsel van de zenuwen, waardoor je zenuwbanden niet goed meer functioneren.

Ziekte van parkinson = ontstaat door het afsterven van de hersencellen die dopamine produceren.

Dopamine = een belangrijk chemische stof voor prikkel overdracht.

Epilepsie = word veroorzaakt door een plotselinge en tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen.

epileptische aanvallen = er zijn verschillende aanvallen, variërend van een korte afwezigheid tot langdurige aanvallen.

Dwarslaesie = een breuk of beschadiging van de wervelkolom. je zenuwbanden beschadigen en er vallen zenuwen uit die onder de breuk zitten.

Verstandelijke beperking = een persoon die beperkt is in zijn leren, denken en communiceren.

Syndroom van Down = een aangeboren aandoening die wordt veroorzaakt door een extra chromosoom in het DNA.

Fragiele X-syndroom = een zeldzame erfelijke aandoening. de ziekte word gekenmerkt door een verstandelijke beperking en bepaalde gedragskenmerken.

Prader Willi-syndroom (PWS) = een aangeboren aandoening , veroorzaakt door een ontbreken van een stukje DNA. mensen met dit syndroom zijn vaak verstandelijk beperkt.

Obesitas = overgewicht.

Rett-syndroom = een aangeboren ontwikkelingstoornis, deze is zeldzaam en komt vrijwel alleen bij meisjes voor. het zenuwstelsel is niet goed ontwikkeld.

Scoliose =  een vergroeiing van de ruggengraat.

Infantiele encefalopathie = een aangeboren hersenfunctiestoornis. het is een blijvende stoornis van houding en beweging, veroorzaakt door een letsel van de jonge hersenen.

niet-aangeboren hersenletsel (NAH) = een letsel dat ontstaat na de geboorte. meestal functioneerden de hersenen daarvoor normaal.

Allergische astma = je krijgt meer klachten bij bepaalde allergenen zoals huisstofmijt en graspollen.

Niet-allergische astma = je reageert op weersomstandigheden of bepaalde dampen. bijvoorbeeld benzine of deodorant.

Inspanningsastma =  benauwdheid bij extra inspanning bij bijvoorbeeld sporten.

Bronchitis = een ontsteking van de grotere luchtwegen ( tussen de luchtpijpen en de longblaasjes).

Chronische bronchitis = wanneer bronchitis regelmatig terug komt word die chronische.

Diabetes = ook wel suikerziekte genoemd. bij diabetes breekt je lichaam de suiker die je binnen krijgt met voedsel niet af. dat komt door dat de alvleesklier te weinig insuline aanmaakt.

Diabetes type 1 = je lichaam produceert geen insuline meer. oorzaak niet bekend.

Diabetes type 2 = je lichaam maakt te weinig insuline aan. meest voorkomende oorzaak is overgewicht.

Hepatitis = een infectie ziekte van de lever. hepatitis B en C zijn de bekenste vormen.

HIV-virus = het HIV-virus verspreidt zich met bloed, sperma, voorvocht, vaginaal vocht en moedermelk.

Aids = een ernstige aantasting van het menselijke afweersysteem, veroorzaakt door het HIV-virus.

Kanker=een ziekte waarbij ongeremde kwaadaardige deling van lichaamscellen plaatsvindt.

3.4 Kinderziekten 

Hersenvliesontsteking = een ontsteking van de beschermende laag van de hersenen.

inentingsprogramma = een planning van vaccinaties voor kinderen. met een vaccinatie wordt een of meer vaccins per injectie ingebracht.

3.5 verdieping: ziekte van Huntington

Ziekte van Huntington = een erfelijke aandoening die delen van de hersenen aantast. de eerste verschijnselen van de ziekte doen zich voor tussen het 35e en 45e levensjaar.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb